Het rimpelen van een roezel, zo werkt het.

Het gaat als volgt:

Neem de geknipte roezel en werk deze vooraf af met een kleine zigzagsteek, zoals in de werkbeschrijving van het patroon beschreven staat. Hierna ga je de roezel als volgt rimpelen. 

Zet de steek van je naaimachine op stiksteek, de grootste steeklengte. Bij mij is dat steeklengte zes. 

Zorg vóór je begint te stikken dat je een lange onder- en bovendraad van +/- 15 cm. hebt door te trekken aan de beide draden. Dit is echt nodig omdat je later aan de draden moet kunnen trekken om de rimpels te vormen.

Zet hierna je naaimachinevoetje met de rechterkant precies langs de kniplijn van de roezel, daar waar deze gerimpeld moet worden. 

Houd de begindraden tijdens het stikken van de eerste steken met je linkerhand achter het naaimachinevoetje vast en begin langzaam te stikken. Hierna kun je de draden loslaten. Stik tot aan het uiteinde van de roezel. Doe hierna het naaimachinevoetje omhoog en trek voorzichtig aan de roezel, zodat je ook aan de voorkant van de roezel een lange onder- en bovendraad krijgt. Knip de draden op +/- 15 cm. af.

Om de rimpels mooi te kunnen verdelen en het stikken van de rimpels op de panden te vergemakkelijken is het noodzakelijk dat je een tweede rijgdraad stikt. Zorg weer voor lange begindraden. Zet het naaimachinevoetje met de rechterkant tegen de eerste rijgdraad en stik op dezelfde manier een tweede rijgdraad over de roezel. Zorg hier ook voor lange draden aan het einde van de roezel vóór je ze afknipt. 

Het ziet er nu uit als hierboven. 

Nu gaan we de rimpels vormen. Neem de beide bovendraden van de linker en rechter rijgdraad en trek hier met je ene hand voorzichtig aan. Schuif met je andere hand voorzichtig de gerimpelde stof naar beneden. Je ziet als het goed is nu vanzelf regelmatige rimpels ontstaan. 

Het patroon geeft aan dat de lengte van de roezel een lengte van 24 cm. moet zijn. Trek net zo lang aan de draden tot de roezel deze lengte heeft. Nu gaan we de draden vastzetten, zodat de draden niet meer terug kunnen schieten en de roezel weer te lang zou worden.

Plaats hiervoor een knopspeld aan het begin van de roezel. Pak de beide bovendraden en draai ze in de vorm van een 8 om de knopspeld heen. 

Doe dit ook aan het andere uiteinde van de roezel, zodat de draden niet meer terug kunnen springen. 

Je roezel ziet er nu uit als hierboven. Verdeel de rimpels mooi over de lengte en meet voor de zekerheid je roezel nog even na. 

Nu is de roezel klaar om op de panden te stikken. Op het patroon staan markeringen waar de roezel geplaatst moet worden. In de werkbeschrijving van het patroon kun je hier meer aanwijzingen over lezen.   

Leg de roezel met de goede kant op de goede kant van de panden en speld vast. Zet op de naaimachine de steeklengte van je stiksteek weer op de gebruikelijke lengte en stik de roezel op de panden. Stik precies tussen de twee rijgdraden in, zoals op de foto hierboven te zien is. 

Verwijder na het vaststikken van de roezel de beide rijgdraden door er voorzichtig aan te trekken. De roezels zijn nu klaar.

Stik de zijpanden aan voor- en achterpanden. Zie je hoe mooi en gelijkmatig de roezels gerimpeld zijn?

Je zult gemerkt hebben dat rimpelen even aandacht nodig heeft en dus geen haastklusje kan zijn. Maar met wat geduld en het volgen van de juiste stappen maak jij vanaf nu de prachtigste roezels, stroken en rimpelrokjes.